Deze week op het programma:
Derde leerjaar:
- De getallen tot 1000: getallen plaatsen op de getallenas en tellen met sprongen
- De getallen tot 1000: bovenbuur en onderbuur (+/-100, +/-10, +/-1, +/-11)
- Woordpakket 6: de verlengingsregel (om te weten of je een woord met een t of d, een p of b moet schrijven, maken we het woord langer, je hoort dan welke letter je moet schrijven: bv. web- webben, land- landen)
- taal: samenstellingen
-->vrijdag: brevet maal- en deeltafel van 3
-->vrijdag: dictee woordpakket 6
-->vrijdag: brevet getallen tot 1000 (zie werkboek van je kind -->maandag in boekentas + oefeningen op smartschool!)
Begrippen één, tien, honderd, duizend, kunnen gebruiken
|
Getallen tot 1 000 kunnen lezen en noteren
|
Getallen tot 1 000 op een as kunnen afbeelden en omgekeerd de waarde
van een getal kunnen afleiden uit zijn plaats op een as
|
Getallen tot 1 000 vergelijken en rangschikken
|
Vierde leerjaar:
- getallen tot 10 000 (lezen, noteren, op de getallenas, vergelijken en rangschikken)
- vermenigvuldigen tot 10 000
- delen tot 10 000
- herhaling: cijferend delen,
- Woordpakket 6: de ei-woorden (onthoudwoorden!!!)
- Taal: lettergrepen splitsen
-->vrijdag: brevet maal-en deeltafels (voor degene die het nog niet behaald hebben)
-->vrijdag: dictee woordpakket 6
-->vrijdag: brevet getallen tot 10 000 (zie werkboek van je kind -->maandag in boekentas + oefeningen op smartschool!)
Begrippen één, tien, honderd, duizend, tienduizend kunnen gebruiken
|
Getallen tot 10 000 kunnen lezen en noteren
|
Getallen tot 10 000 op een as kunnen afbeelden en omgekeerd de waarde
van een getal kunnen afleiden uit zijn plaats op een as
|
Getallen tot 10 000 vergelijken en rangschikken
|
Groetjes,
Liesbeth